Nabestaandenpensioen moet hoger op de agenda
Het nabestaandenpensioen is vaak onvoldoende geregeld. Veel mensen zijn zich daarvan niet bewust. Ze treffen daardoor geen noodzakelijke maatregelen of zijn daarvoor te laat. Het onderwerp moet daarom hoger op de agenda komen van sociale partners en adviseurs.
We zijn ons er onvoldoende van bewust dat voorzieningen voor nabestaanden de laatste jaren versoberd zijn en bovendien versnipperd zijn geraakt. Deze conclusie staat in een Netspar-rapport dat recent verscheen en waaraan ook Aegon een bijdrage leverde. Veel mensen lopen zo bij alle verdriet rond het verlies van hun partner ook nog eens grote inkomensrisico’s. Het consumentenprogramma Radar verzamelde onlangs diverse voorbeelden van hoe het mis kan gaan.
Anw is heel beperkt
Het Netspar-onderzoek wijst uit dat het niet om één oorzaak gaat, maar om een opeenstapeling van oorzaken met gevolgen. De eerste oorzaak is de aanscherping van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een Anw-uitkering. In 2016 waren er 125.000 mensen onder de 65 jaar die hun partner verloren. Minder dan 34.000 van hen kwamen in aanmerking voor een volledige of gedeeltelijke Anw-uitkering.
Aanvullend pensioen ontbreekt vaak
Het gemis van een Anw-uitkering kan worden opgevangen met een Anw-hiaatpensioen. Deze keuze wordt alleen vaak niet aangeboden door de sociale partners. En wordt de mogelijkheid wél geboden, dan kiest de meerderheid van de deelnemers er helaas niet voor. Vaak omdat zij zich onvoldoende bewust zijn van de financiële risico’s. Terwijl het nabestaandenpensioen zonder compensatie ver onder de helft van het laatste inkomen van de overleden partner blijft steken.
Onzekerheid groter dan gedacht
Ook als er wél een nabestaandenpensioen is geregeld, kan dit bij voortijdig overlijden minder zekerheid bieden dan gedacht. Zo telt bij nabestaandenpensioen op risicobasis vaak alleen het bij de laatste werkgever opgebouwde pensioen mee. Wisselde de overledene enige tijd voor zijn overlijden nog van baan? Dan kan de uitkering behoorlijk tegenvallen als de overledene bij baanwisseling zelf geen actie heeft ondernomen. Bij nabestaandenpensioen op opbouwbasis schuilt het financiële risico vooral in de aanwezigheid van een eventuele ex-partner. Want die houdt recht op het opgebouwde nabestaandenpensioen tot het moment van scheiden.
Tijd voor actie
Omdat mensen zich niet bewust zijn van deze risico’s, komen ze vaak niet – of niet tijdig – in actie. Ook ontbreekt goede voorlichting. Gelukkig bevat het Netspar-rapport enkele concrete aanbevelingen (zie kader). Maar het pleit vooral ook voor stelselverbeteringen. Zoals loskoppeling van het aantal dienstjaren en de hoogte van het nabestaandenpensioen. En een splitsing tussen het risico van overlijden vóór de pensioendatum en het opbouwen van een voorziening erna. Als we nabestaandenpensioen eenvoudiger maken en standaardiseren, kunnen mensen de voorziening beter begrijpen. En waar nodig zelf of via de werkgever maatregelen nemen.
Vier aanbevelingen voor de korte termijn |
|
|
|
|