Het ministerie van Financiën maakte in november 2020 de AOW-franchises 2021 en de aftoppingsgrens van het pensioengevend salaris bekend. Volgens publicatie in de Staatscourant van 31 december zijn de definitieve bedragen voor de AOW-franchise 2021 bij verlaagde opbouw hoger dan in november gepubliceerd.
AOW-franchise 2021
Sinds 2015 is er onderscheid tussen de franchisefactor voor een middelloon- en een beschikbare premieregeling enerzijds en de eindloonregeling anderzijds. Voor middelloon- en beschikbare premieregelingen is de franchise factor 100/75 van de AOW-uitkering plus vakantie-uitkering die geldt voor gehuwden met een partner ouder dan de AOW-leeftijd (in de tabel: AOW 50%). Voor een eindloonregeling is dit 100/66,28. Het bedrag moet naar boven worden afgerond op hele euro’s. Anders is er geen sprake van “ten minste”. De minimale fiscale franchise voor 2021 is voor respectievelijk een middel- en eindloonregeling € 14.544 en € 16.458.
Voor pensioenregelingen van directeuren-grootaandeelhouder (DGA) die gedeeltelijk in eigenbeheer worden uitgevoerd moet worden uitgegaan van de AOW-uitkering plus vakantietoeslag van een alleenstaande (in de tabel: AOW 70%). De minimale fiscale AOW-franchise 2021 voor pensioen in eigen beheer is € 24.232 bij een eindloonregeling en € 21.415 bij een middelloonregeling.
AOW-franchise 2021 bij verlaagde opbouw
Bij een regeling met lagere opbouwpercentages dan fiscaal maximaal gelden lagere minimale AOW-franchises. De bedragen van de minimale franchises en de maximale opbouwpercentages zijn voor 2021:
Middelloon | Eindloon | ||||
meer dan | maar niet meer dan | franchise | meer dan | maar niet meer dan | Franchise |
- | 1,701% | 11.615 | - | 1,483% | 13.143 |
1,701% | 1,788% | 13.113 | 1,483% | 1,570% | 14.837 |
Aftoppingsgrens pensioengevend loon 2021
Het maximum pensioengevend loon per 1 januari 2021 is € 112.189.
Commentaar
Het ministerie van Financiën berekende de AOW-franchises op basis van de AOW-uitkeringen die het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid publiceerde op 27 november 2020 bijlage II.1 bij de rekenregels. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid publiceert deze rekenregels twee keer per jaar.
De hogere franchises voor DGA’s met pensioen in eigen beheer blijven relevant, ondanks dat pensioenopbouw in eigen beheer voor een directeur-grootaandeelhouder (DGA) volgens de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer (PEB) niet meer mogelijk. Deze hogere franchises gelden voor DGA’s die hun PEB niet hebben afgekocht of omgezet in een oudedagsverplichting. Voor hen is er namelijk nog steeds sprake van (gedeeltelijk) eigen beheer.
Voor de AOW-franchises bij lagere opbouwpercentages geldt een voorbehoud van definitieve vaststelling van de bedragen in artikel 10aa UBLB. Een vergelijkbaar voorbehoud maakt het ministerie voor het maximum pensioengevend loon voor 2021. Bij publicatie in de Staatscourant op 31 december 2020 zijn de defintieve AOW-franchises bij verlaagde opbouw aangepast. De bedragen zijn één tot een drie euro hoger geworden dan wij op 30 november publiceerden naar aanleiding van Vraag en Antwoord 20-09 van het Centraal Aanspreekpunt pensioenen.. De aftoppingsgrens voor het pensioengevend loon is wel ongewijzigd gebleven.
Auteur: Vera Hek, adviseur Aegon Adfis
Bronnen:
- Bijlage II-1, Rekenregels vanaf 1 januari 2021, Ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid
- Belastingdienstpensioensite, V&A 20-009
- Staatscourant 2020 -64406
Dit bericht is aangepast naar de stand van zaken op 5 januari 2021