Als zzp'ers in de bijstand komen hoeven zij hun pensioen niet meer 'op te eten'. Dinsdag 3 november nam de Tweede Kamer het wetsvoorstel aan dat dit regelt.
Pensioen en bijstand
Op 16 juni 2015 stuurde staatssecretaris Klijnsma het wetsvoorstel 'Vrijlating lijfrenteopbouw en inkomsten uit arbeid en bevordering vrijwillige voortzetting pensioenopbouw' naar de Tweede Kamer.
Volgens het aangenomen wetsvoorstel tellen lijfrentevoorzieningen tot een totale waarde van € 250.000 niet mee voor de vermogenstoets voor zover:
- Daarvoor premie is betaald vóór de toetsperiode van vijf jaar voorafgaand aan de bijstandsaanvraag en/of
- In de toetsperiode van vijf jaar vóór de bijstandsaanvraag elk jaar een inleg is gedaan tot ten hoogste € 6.000 per jaar.
De vrijstelling geldt alleen:
- voor lijfrenten waarvoor volgens de Wet op de inkomstenbelasting lijfrentepremieaftrek kan worden genoten en
- de lijfrente-ingangsdatum niet is uitgesteld in de toetsperiode.
De regeling is van toepassing op alle lijfrentenvoorzieningen die onder het begunstigende regime vallen van de Wet inkomstenbelasting. Daaronder vallen ook pre-bredeherwaarderingslijfrenten waarop de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 van toepassing is. Daarbij maakt het niet uit of de lijfrente gesloten is door een zelfstandige of door een werknemer.
Commentaar
Het wetsvoorstel regelt bescherming van het opgebouwde lijfrentekapitaal voor de bijstandsuitkering. Hierdoor wordt het verschil tussen pensioen en lijfrente op dit punt kleiner. De bescherming betreft overigens niet alleen zzp'ers. Het geldt voor iedereen met een lijfrentevoorziening die voldoet aan de voorwaarde voor vrijstelling.
De wet moet op 1 januari 2016 in werking treden.
Auteur: Vera Hek, adviseur Aegon Adfis
Bronnen:
- Rijksoverheid, 3 november 2015
- Tweede Kamer, Wet vrijlating lijfrenteopbouw en inkomsten uit arbeid en bevordering vrijwillige voortzetting pensioenopbouw (wetsvoorstel nr. 34 227)
Dit bericht is opgesteld naar de stand van zaken op 6 november 2015