Een verzuimverzekering geeft dekking voor de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever voor zieke werknemers. Praktisch alle verzekeraars eisen dat er een gezagsverhouding is met de werknemer. Als die gezagsverhouding wijzigt, kan dat ook gevolgen hebben voor de dekking en een eventuele lopende uitkering!
Ziek als werknemer
Een bedrijf (B) heeft een verzuimverzekering bij verzekeraar X. De polisvoorwaarden vermelden dat er voor dekking op de verzekering sprake moet zijn van een gezagsverhouding. Mevrouw Y (tot 25 januari 2018 administratief medewerker bij B) wordt ziek op 8 november 2017. Verzekeraar X verleent vanaf 8 november 2017 tot 25 januari 2018 dekking aan B in verband met de loondoorbetalingsverplichtingen aan mevrouw Y.
De juridische structuur van de onderneming wijzigt
Op 25 januari 2018 dragen de twee aandeelhouders van B ter uitvoering van een zogeheten certificeringsconstructie hun aandelen over aan een stichting. Op 25 januari 2018 is mevrouw Y benoemd tot algemeen directeur en statutair bestuurder van B en samen met haar echtgenoot bestuurder van de stichting. Beiden hebben 50% stemrecht. Verzekeraar X oordeelt dat er vanaf 25 januari 2018 geen sprake meer is van een gezagsverhouding en beëindigt vanaf deze datum de dekking voor mevrouw X B is het hier niet mee eens en de Rechtbank Den Haag behandelt de zaak.
Rechtbank: verzekeraar heeft het recht de dekking te beëindigen
In deze zaak is in geschil of verzekeraar X dekking moet verlenen op grond van de verzuimverzekering vanwege het ziekteverzuim van mevrouw Y vanaf het moment dat zij op 25 januari 2018 directeur/statutair bestuurder is geworden van B.
B en verzekeraar X zijn het er over eens dat bij de beoordeling van doorslaggevend belang is of mevrouw Y ook nadat zij directeur/bestuurder is geworden, werknemer is gebleven in de zin van de verzuimverzekering. De Rechtbank Den Haag oordeelt dat er inderdaad geen sprake meer is van een gezagsverhouding tussen mevrouw Y en B. Haar ontslag bij B wordt bepaald door de Stichting en daarvan zijn de bestuurders mevrouw X en haar echtgenoot. Zij kan dus – samen met haar echtgenoot – zelf bepalen of zij ontslagen wordt. De onderneming voert aan dat er voor mevrouw X nog steeds premies sociale verzekeringen worden betaald. Dat vindt de rechtbank echter niet van belang. De gezagsverhouding is doorslaggevend. Ook het argument dat de onderneming de gevolgen van de juridische structuurverandering niet kon weten, verwerpt de rechtbank. De onderneming is geen consument èn werd bijgestaan door een professioneel tussenpersoon.
Commentaar
De uitspraak is helder en logisch. Het is aan te raden dat een ondernemer, die kiest voor een andere juridische structuur en/of andere gezagsverhoudingen, onderzoekt of dit gevolgen heeft voor het verzekeringspakket en mogelijk lopende uitkeringen. Dat geldt niet alleen voor de ondernemer maar ook voor de verzekeringsadviseur, ook in ogen van de rechtbank!
Auteur: Arend Jansen, expert inkomensverzekeringen
Bron: Rechtbank Den Haag, 15 januari 2020
Dit bericht is opgesteld naar de stand van zaken op 27 januari 2020